Archive for October, 2010

Verbinding vs. binding…

Monday, October 25th, 2010

Vanochtend werd ik wakker met een goede vriend in mijn achterhoofd. Zo’n vriend die je langzaam gaat missen als je hem een tijdje niet spreekt… Iemand waar je mee kan praten over alles wat je maar dwars zit, iemand waar je je bij op je gemak voelt, kortom, goed gezelschap! En het zette me aan het denken, want wat is vriendschap eigenlijk, waar begint het en waar houdt het op? Wanneer is iets vriendschappelijk en hoe diep mag een vriendschap gaan voor het geen vriendschap meer is? Enne, wie bepaalt dat?

De laatste tijd ben ik geneigd om elk mens met een open hart te benaderen, maar niet ieder mens ontvangt je open hart met even open armen… Als iemand dat dan wel doet, dan voelt dat heerlijk! Zo heb ik vriendinnen die me dierbaar zijn, maar ook mannen in mijn leven, meerdere mannen waar ik een vriendschap mee heb. Ik heb dat altijd gehad, maar het zorgde eigenlijk altijd voor problemen… Maar WAAROM zorgt het voor problemen? Nog belangrijker, hoe kan ik ervoor zorgen dat er geen problemen komen? Ik houd namelijk helemaal niet van problemen…

Vriendschap begint met een open hart. Dat kan niet anders. Dus het open hart is een voorwaarde voor een werkelijke vriendschap. Zonder een open hart kan je een ander niet toelaten, zonder een open hart kan je geen liefde voor een ander voelen, en is vriendschap niet een vorm van liefde? Ik denk het wel. Vriendschap eindigt als het hart zich sluit, de verbinding verandert door angst, door afwijzing, door woede wellicht? Een positieve verbinding wordt een soort anti-verbinding, die soms even voelbaar is als de vriendschap die eraan vooraf ging. Kilte, kou, ijs. Een last op je schouders. Een knagend gevoel in je hart. De verbinding is niet verdwenen maar een vriendschap is het niet meer. Positieve emoties en een open houding hebben plaats gemaakt voor gemis, veroordeling en afscheiding. Het is zo zonde…

Een vriendschap kan ook groeien, groter worden, tot het meer is dan alleen vriendschap. Maar wat is dat “meer” dan? Ik heb een partner, een lieve man waar ik mee samenwoon, met hem deel ik meer dan alleen een vriendschap. Ten minste, volgens de gebruikelijke manier van kijken van de meesten van ons, valt een liefdesrelatie niet onder vriendschap, het is een treetje hoger. Het is zogenaamd belangrijker. Graag zeggen we dan dat deze persoon de belangrijkste persoon of de enige persoon is ons leven. De relatie is zogenaamd uniek en moet dat ook blijven. Vriendschap zou dan ophouden daar waar liefde begint. Tjonge, dat is ingewikkeld. Want wat moet je dan doen als je van meerdere mensen houdt? Wat moet je dan doen als je hart open staat voor iedereen die je tegemoet treedt? Ok, zeggen de meesten van ons dan, weet je wat, het is geen vriendschap meer als je een relatie aangaat met een persoon en als je elkaar belooft dat het exclusief zal zijn. Dan is het namelijk pas echt een relatie, of als je wilt, een huwelijk.

Ik zou graag mee willen denken op dezelfde wijze maar ik loop vast in de beperkingen van deze logica, want IS die relatie dan werkelijk exclusief en benoem je hem daarom als zodanig? Of spreek je dat alleen maar af? Met andere woorden, sluit je met je manier van kijken aan bij een al bestaande werkelijkheid of creëer je je eigen werkelijkheid, bepaal je je manier van kijken? Ik denk het laatste. We creëren de beperkende gedachte door de ene relatie kunstmatig boven de andere uit te tillen. Goed, het is waar, met iedereen deel je iets anders. Raakvlakken verschillen, vonkjes zijn in verschillende mate aanwezig, irritatie of confrontatie verschilt ook bij elke persoon… Dus dat je kunt besluiten je leven voornamelijk met één persoon te willen delen, dat lijkt me niet meer dan logisch. Maar dat je kunt zeggen dat die relatie belangrijker is dan alle anderen, tjee, dat lijkt me toch raar! Daarmee zeg je meteen dat de andere relaties minder belangrijk zijn, en op de een of andere manier wil dat er bij mij niet in.

Familierelaties, vriendschappen, liefdesrelaties, werkrelaties… voor mij vallen ze allemaal onder een en dezelfde noemer: Groeirelaties. Ik heb een leraar die me helpt te “groeien”, één die ik ook mijn leraar noem als ik over hem praat. Maar hij is niet mijn enige leraar. Hij is nu alleen degene waar ik naartoe ga voor mijn lessen, omdat ze zo goed aansluiten bij wat ik zelf al denk… Mijn vriend is echter ook mijn leraar. Ik leer allerlei dingen van hem en door hem om me heen te hebben, die ik misschien liever niet eens zou willen leren, ook over mezelf! Mijn vriendschappen, mijn familieleden, mijn collega’s… In het contact met al die mensen kom ik mezelf tegen en groei ik. En zij komen zichzelf tegen in alle contacten die zij hebben, ook met mij. Als elke relatie in eerste instantie een groeirelatie is, dan is het doel duidelijk. Er is maar een doel, groeien. Dus mijn familie is niet VAN MIJ maar ik ben bevoorrecht dat ze om mij heen leven, want ze houden me geregeld een spiegel voor. Mijn vrienden zijn niet VAN MIJ, al helpen ze me op dezelfde wijze als mijn familie. Mijn geliefden zijn niet VAN MIJ, de liefde die ik voor ze voel is van mij, maar zij staan op zichzelf en leren me lief te hebben. Niemand is VAN MIJ.

Het zorgt voor zoveel problemen als je een relatie een naam wilt geven die niet klopt… Vooral bij mannen (als je een vrouw bent, en bij vrouwen als je een man bent…) Ben jij mijn vriend, ben jij mijn minnaar, ben jij mijn broer of mijn vader? Eigenlijk doet het er niet zoveel toe. Het enige dat er werkelijk toe doet is dat je niets VAN MIJ bent. De titel die ik kan geven aan een relatie is er een waarmee ik de binding wil duiden, misschien zelfs wel kracht bij wil zetten… Maar is dat wel oprecht? Binding zegt dan misschien dat ik niet los sta van een ander, dat is inderdaad mooi, maar binding zegt ook dat ik een zekere afhankelijkheid aan ga ten opzichte van de ander, dat ik op mezelf geen geheel ben maar dat ik aangevuld moet worden. Natuurlijk zorgt dat voor problemen! Want ik doe een beroep op de ander en ik bind de ander aan mij wanneer ik bepaal dat hij iets VAN MIJ is.

Wat zou er echter gebeuren als je in plaats van binding, de verbinding aangaat met een ander? Met ieder ander? Zonder dat je probeert te duiden wat die ander van je is – een ander is namelijk nooit is van je, je kan een ander niet bezitten – neem je het contact en de verbinding zoals het komt en je laat het los wanneer het gaat. Een verbinding waarin je van elkaar leert. Eventjes naast de ander lopen, even kijken naar hoe die ander iets doet, even voelen hoe de ander voelt… En leren, groeien, begrijpen… Allemaal zodat jij op je eigen manier kan zijn wie je bent. Precies waar we allemaal zo hard naar op zoek zijn, lijkt me.

Als dat me zou lukken, dan zou ik geen problemen meer hebben. Want de eisen die ik aan een ander stel, zelfs de verwachtingen of wensen die ik zou kunnen hebben, zijn ondergeschikt aan de verbinding die er is. Er zou geen trek en duwspel komen. Er zou geen verwarring zijn. Er zou alleen maar verbinding zijn.

Misschien is dat straks mijn goede voornemen voor 2011…

Nooit te oud om te leren

Tuesday, October 19th, 2010

Ik ben zo iemand die altijd wil zeggen dat ik het “allemaal al weet” en dat ik het “allemaal al kan”. Maar gelukkig ben ik realistisch genoeg om te beseffen dat dat eigenlijk nergens op slaat. Kennis en kunde is iets dat groeit met de jaren, door ervaring, door lessen… Het is een oud gezegde dat je nooit te oud bent om te leren.

Natuurlijk ben je nooit te oud om te leren, maar het tegenovergestelde, te jong om te weten of te kunnen, is iets wat ik regelmatig ben tegengekomen in mijn leven. Mensen die je vertellen dat je “dat nog niet kan weten” omdat je te jong bent, of dat je “dat nog niet moet willen kunnen” omdat je nog niet de levenswijsheid hebt… Zo mocht ik op het conservatorium geen Kindertotenlieder van Mahler zingen, omdat ik dat volgens sommige docenten onmogelijk kon begrijpen. En ik mocht geen Dalilah zingen op een concours, omdat ik volgens de jury nog te jong was om zo’n emotioneel beladen lied te zingen. In beide gevallen ben ik echter gewoon mijn eigen gang gegaan en heb ik datgene gedaan dat iedereen me afraadde: Ik heb gezongen wat ik wilde zingen.

Met het zingen is het uiteindelijk goed gekomen. Maar wat voor zingen geldt, geldt misschien niet voor andere zaken in het leven. Een aantal jaar geleden bijvoorbeeld, begon ik steeds meer te praten met mijn zangleerlingen over de dingen waar zij tegenaan liepen in hun leven, en ik merkte dat ik ze kon helpen. Al snel wilde ik me richten op het coachen van anderen, als levenscoach. Maar dat kon toch zeker niet! Ik was nog veel te jong, en die mensen waren minstens tien jaar ouder dan ik! Ik voelde me onzeker worden. Terwijl ik wist dat ik iets goeds deed, liet ik me remmen door mijn eigen gedachten zoals ik ze in mijn hoofd had laten prenten. Als kind al kreeg ik opmerkingen van volwassenen dat ik me eens “moest gedragen naar mijn leeftijd” en nog niet “mee kon praten met volwassenen”. Ik vond het zo’n onzin, maar ja, duidelijk was wel dat de mensen die al een paar jaar langer op deze aarde rondliepen dan ik niet zo blij waren met mijn bijdrage. Ik had geleerd om me een beetje in te houden, niemand hield ervan als ik me ermee ging bemoeien…

Frustrerend was het wel. Te jong om mee te praten, te jong om anderen te helpen, te jong om te kunnen voelen, te jong om te kunnen begrijpen… Ondertussen zag ik de mensen om me heen worstelen met dingen die voor mij soms heel simpel leken, met de eenvoud van een kind kon ik kijken naar mijn omgeving en voelen en begrijpen wat er door anderen heen ging. Achteraf gezien lijkt het net alsof mensen me klein probeerden te houden! En nu is het aan mij om te leren – en daar ben ik gelukkig nooit te oud voor – om mijn intuïtie weer zonder schroom te kunnen toepassen.

We leven in een andere tijd, een tijd waarin kinderen steeds meer serieus worden genomen. Ik lees boeken over dit onderwerp, waarbij zelfs de fantasie van kinderen wordt beschouwd als een bron van wijsheid. Het lijkt me heerlijk om op te mogen groeien in een maatschappij waar kinderen oud genoeg zijn om te weten en te kunnen.

Je bent nooit te oud om te leren, maar veel belangrijker nog, niemand is ooit te jong om dingen te weten en te kunnen! Echte wijsheid komt niet met je jaren, echte wijsheid heeft iedere ziel in zich.