De Gezusters Zondertijd
Monday, June 8th, 2015Beste onderwijsbalie,
Ik heb van 29 van de 33 vakken die ik heb gevolgd in mijn bachelor psychologie en maatschappij officiële vakinhoudelijke beschrijvingen nodig met stempel en paraaf. Hoe kan ik daar aankomen? Bijgevoegd mijn cijferlijst…
Esther
—-
Beste Esther,
Je kunt hiervoor terecht in de bibliotheek. Daar kun je ze kopiëren…
Zuster Zondertijd
—-
Dus op een mooie vrije woensdag plan ik mijn uitje naar de UvT. Een middag moet toch genoeg zijn? Ik weet natuurlijk dat ik niet IN de bibliotheek mag komen zonder UvT pasje… maar ja… En ik weet ook dat ik daar niet kan kopiëren zonder UvT pasje… maar ja… Ik ga er maar eens heen. Even bellen dat ik eraan kom, helpt misschien. Goed… Daar gaan we dan.
‘Mevrouw, ik begrijp niet wat u nodig heeft…’
‘Vakinhoudelijke beschrijvingen… uit de syllabus.’
‘Die zitten in het depot, kunt u aanvragen…’
‘Eh…’
Uiterst behulpzame mevrouw helpt mij op weg in de computer, alles is tegenwoordig anders, schiet niet op… En ik vind de syllabi… En ik zoek de mijne…
‘Lukt het niet?’ Inmiddels sta ik weer bij haar balie…
‘Nee, het gaat maar tot 2004, en ik ben begonnen in 2005…’
‘Owh! Ik weet helemaal niet of we ze dan wel hebben!’
Na een korte dialoog met IT achtig magazijnmedewerker volgt de conclusie ‘hebben we niet’. ‘Waar moet ik dan heen?’
De studentenadministratie ligt tegenwoordig een kilometer verderop in het gebouw van de oude kunstacademie… Dat gebouw kent sluiproutes, maar ik ken ze niet. Dus moest ik grote cirkels lopen met veel trappen tot ik bij de ‘nummertjestrekker’ stond… en daar dan weer wachten… Dit alles om van weer een andere mevrouw te horen: ‘Wat heeft u nu nodig? Dat doen wij hier nooit, hoor… Wat heeft u nodig?’ Dat ging ook nog even overleggen. Slotsom volgde snel: ‘dat doen wij hier nooit’. ‘Wie zou dat dan wel doen?’
De onderwijsbalie van sociale wetenschappen ligt weer een kilometer aan de andere kant van het universiteitsterrein. Maar waar? Hoe heet die balie? Staat niet op de kaart. Ongerust kijk ik in het rond. Ik ben 2,5 uur verder… als ze nog maar open zijn… Waar moet ik heen?
Lichtend idee: Dat staat natuurlijk op internet. En ja hoor: Volg route O. Je hebt tegenwoordig routes. Er staat nergens waar ze heen gaan, maar ze zijn er wel. Dus ik volg route O, vind een soort balie, stap naar binnen en vraag of dit is waar ik moet zijn! En jawel! Dus ik opgelucht en blij. Voor mij zitten twee dames die duidelijk daar werken en in gesprek zijn.
Wat ik nodig heb…
Ik leg het uit. En ik zeg er keurig bij: Ik heb gemaild, een tijd terug, en toen kreeg ik de aanwijzing om dit bij de bibliotheek te regelen, maar die hebben het niet, en de studentenadministratie ook niet. Dus nu ben ik hier, en ik ga niet meer weg tot ik het heb, want ik heb het echt nodig.
‘Wat heeft u dan precies nodig? Ik begrijp het niet.’
Ik herhaal het verhaal…
‘Dan zit je hier goed!’
Dat zou goed nieuws moeten zijn, maar ik werd boos. Want waarom ben ik dan naar de bibliotheek gestuurd? Dit was op z’n minst vreemd… ‘Wie was dat dan, die zei dat je naar de bibliotheek moest?’ Ik noem de naam… ‘Dat ben ik!’
En daar bleef het vervolgens bij. Geen ‘sorry’, geen ‘ow, dat is raar’, of ‘dat is dom’… Niet eens een ‘ow’ zonder ‘dat is raar’… Niets. Ze staat op en pakt een paar boekjes, en zegt dan doodleuk: ‘Die gaan maar tot 2004… ‘Ik weet niet waar ik dan moet kijken.’
Wat denk je van online? Ja, natuurlijk online. Maar daar zou heel veel tijd in gaan zitten. Met een enorm negatief smoel telt ze de vakken waar ik een kruisje voor heb gezet op mijn cijferlijst… ‘Wanneer heb je ze nodig?’
‘Nu.’
‘Nee, wanneer is je deadline?’
‘Nu.’
‘Wanneer begint je studie?’
‘Zo snel mogelijk.’
Verwarring… Ik leg haar uit dat ik al een tijd bezig ben met kastje muurtje praktijken wat heel veel zaken betreft en dat ik daardoor telkens niet kan beginnen en dat dit het laatste is wat ik nodig heb… ‘Maar wanneer begint je studie dan precies?’ ‘Zo snel mogelijk, wanneer ik dat wil.’
De andere Zuster, die me al de hele tijd vies aankijkt en al tig opmerkingen tussendoor heeft gemaakt die ik hier maar niet zal herhalen zegt prompt: ‘Nou, dan kun je ook nog wel even wachten.’ ‘Je hebt een kopie van je cijferlijst van medio maart, zie ik, dat is ook al een tijd terug…’ ‘Je kunt niet verwachten dat iemand ineens van alles voor je gaat regelen.’
De twee Zusters zijn het duidelijk met elkaar eens, maar ik ga nergens heen. Ik heb beloofd te blijven staan, dus ik doe dat. Ze pruttelen nog wat. Tot de eerste Zuster na nog een keer tellen zegt: ‘Ik heb hier helemaal geen tijd voor.’
‘Hm, nou ik heb de hele dag de tijd. Ik heb hier de dag voor genomen… Tis dat het niet bij de bieb kan, anders was ik al klaar geweest.’
Als ik niet had geopperd om het zelf te doen, op desnoods een computer in het hoekje achter ze, en als ik niet had aangedrongen dat ik het graag zelf wilde doen… Dan had ik ze nu nog niet gehad… Want toen de agenda tevoorschijn kwam was het vooral ‘Ehm’ en ‘Nee’ en ‘Ik zie geen mogelijkheid…’ Maar ik heb vet onbehoorlijk mijn poot stijf gehouden en er verscheen een laptop van de ICT en ik mocht het zelf regelen.
Maar dan nog de stempeltjes en de paraafjes… Of Zuster daar tijd voor had, en wanneer dan? Ze hoefde alleen maar elk blaadje te stempelen en er een krabbel bij te zetten… Zucht, steun, kreun… Misschien dat dat deze week nog ging lukken. Anders volgende week? Tja, tis wat, daar ben je dan afhankelijk van…
Dus een anderhalf uur later, na het opdiepen van alle beschrijvingen en een printactie bij een plaatselijke copyshop… Terug via route O, naar de Gezusters Zondertijd.
‘Ja, ik vond het best wel een beetje moeilijk hoe je hier zo binnen kwam stormen… Ik wil altijd iedereen helpen, maar dit vond ik niet prettig.’
‘Ja, je hebt gelijk. Ik was ook best stormachtig. Dat word je ook wel wanneer je overal wordt heen gewaaid.’
Stilte.